Werkwoorden en spelling oefenen

Om de woordpakketten digitaal in te oefenen is er een leuk document om met de computer te oefenen. Je kan dit HIER gratis afhalen.

Dit is nog eens het stappenplan:
1) bij de infinitief kijken naar de kijkletter. Dit is de derde laatste letter.
2) vervang de zin voor een vorm van werken/smurfen.
3) goed luisteren of er een t bij komt en het woord invullen.




Voorbeeld:

Hij (worden) 10 jaar.

1) de infinitief is worden, kijkletter is de d.
2) Hij werkt 10 jaar. Hij smurft 10 jaar.
3) Ik hoor een t, dus hij wordt schrijf ik met dt.

Hij (dansen) in de klas.

1) de infinitief is dansen, kijkletter is de letter s.
2) Hij werkt in de klas. Hij smurft in de klas.
3) Ik hoor een t, dus hij danst schrijf ik met een t.

Werkwoorden 1
Werkwoorden 2
Werkwoorden 3
Werkwoorden 4
Werkwoorden 5
Werkwoorden 6
Werkwoorden 7
Werkwoorden 8
Werkwoorden 9
Werkwoorden 10
Werkwoorden 11
Werkwoorden 12
Werkwoorden 13
Werkwoorden 14
Werkwoorden 15
Werkwoorden 16
Werkwoorden 17
Werkwoorden 18
Werkwoorden 19
Werkwoorden 20
Werkwoorden 21
Werkwoorden 22
Werkwoorden 23
Werkwoorden 24
Werkwoorden 25

HIER vind je een coole oefenpagina!